maandag 13 oktober 2008

Riobamba

Onverwacht konden we dan toch nog een tripje maken naar Riobamba, waarvoor we eigenlijk de hoop al hadden opgegeven.
Vrijdag wilden we de Nariz del Diablo doen, een populaire toeristische treinrit en zaterdag planden we de Chimboradzo, de hoogste berg van Ecuador.
Omdat de trein vrijdag om 7u in Riobamba vertrekt, moesten we de bus al om 1u nemen in Guayaquil. Niet geslapen dus, maar daar kunnen wij niñas wel tegen. Toen we een ticketje voor de bus kochten, vroeg de man onze naam. “Tine” zei Gina, “ TEEE – IIII- ENN-EEE”. “Ahja”, zei de man, maar hij liet zich niet om de tuin leiden en schreef correct Gina op.
Deze keer hadden we wel een erg veilige bus: iedereen werd gefouilleerd voor het instappen, er stond geen luide, traditionale muziek op en we zijn niet gestopt om mensen bij in de bus te stompen. Zo konden we dus toch nog even wat rusten.
Om halfzeven kwamen we dan aan in het treinstation van Riobamba, net op tijd om een ticketje te kopen, een kussen te huren en een goed plekje op het dak van de trein te bemachtigen.

Tegen 7u vertrok de trein. Vanop het dak en met een ontbijt van warme oploskoffie en oreos genoten we van het prachtige landschap,de wuivende mensen en de dieren.

Het was ook grappig om te zien dat de trein bomvol toeristen zat, die allemaal dezelfde sjaals, handschoenen en mutsen droegen.

Na de nodige stops kwamen we in Alausí, waar er nog een hele horde toeristen de trein opkwam. Voorbij Alausí begon namelijk de eigenlijke Nariz del Diablo (neus van de deuvel). De trein daalt dan zigzaggend de berg af. Niet echt huiveringwekkend, zoals mijn reisgids zei, maar wel zeker de moeite.
Tegen 15u kwamen we dan terug in Alausí, waar we ons opgewarmd hebben aan warme soep en wat souvenirs gekocht. Dan de bus terug naar Riobamba, waar we tegen 18u aankwamen.
Nadat we een hotel gevonden hadden en onze rugzakken daar afgezet hadden, hebben we onszelf dan getrakteerd op een Mexicaans dineetje. Tegen 22u wilden we gaan slapen, om de volgende dag op tijd op te staan om naar de Chimboradzo te trekken. We vroegen aan de man bij de receptie in het hotel of hij een reisbureau wist, waar we de volgende dag naartoe konden om dit te regelen. Bij toeval zat bij de man van het hotel een vriend, Joel, die zulke uitstapjes regelde. We hebben dan met hem afgesproken om de volgende dag om 7u te vertrekken, want ‘s morgens vroeg heb je het minste kans op bewolking.
Joel had gelijk! De volgende ochtend zagen we de Chimboradzo in al zijn glorie.

We reden met hem naar de eerste refugio, op 4800 meter hoogte. Onderweg konden we zo vaak we wilden stoppen om foto’s te trekken.

Na een warme coca-thee begonnen we dan aan de wandeling naar de tweede refugio, op 5000m.

Onderweg nam Joel de tijd om leuke foto’s van ons te trekken. Echt een topper die Joel.

Na een 40 tal minuten, terwijl de lonely planet het een wandeling van 50 minuten noemde en zonder al te veel last van de hoogte, bereikten we de kaap van 5000 meter.

Dan pas merkte Joel op dat we geen bergbotinnen of iets dergelijks droegen, maar doodgewoon “socks in the sandies”. “Poco loco” noemde Joel ons, maar hij stak wel het haardvuur aan om onze bevroren voetjes wat te ontdooien.

Na een beetje opgewarmd te zijn, begonnen we aan de afdaling. Ondertussen was het redelijk hard aan het sneeuwen. Afdalen in sneeuw op tevas is niet voor de hand liggend. Eerst begonnen we er erg traag aan, maar Joel zei, beter elkaar vasthouden en lopen en ondertussen elkaar rechthouden. Half lopend en half vallend zijn we dan in recordtempo naar de auto gegleden.

Zaterdag was ook marktdag in Riobamba. Joel heeft ons dus afgezet op een markt, waar veel indigenas komen.

Daar hebben we wat rondgegeken en asado met llapingacho gegeten, ons favoriete kostje uit de Sierra.

Daarna begon het opeens redelijk hard te regenen, waardoor we besloten de bus naar Guayaquil te nemen. Onderweg naar de terminal kwamen we Joel tegen, die ons een lift naar de bus gaf, waardoor we op het nippertje de bus haalden van twee uur en zo uiteindelijk tegen halfacht aan ons huisje in Guayaquil kwamen.
We zijn supertevreden dat we dit weekend alsnog hebben kunnen meemaken, want het was (alweer) een topper.
Om de dag helemaal geslaagd te maken zijn we dan nog pizza gaan eten bij Pablito, ons favoriete restaurant uit de buurt en ook 1 van onze beste vrienden hier.
Zondag hadden we onze allerlaatste observeerdag. Redelijk saai, maarja, de laatste loodjes wegen het zwaarst zeker.
’s Avonds hebben we dan wel heerlijk gegeten: een menu van krabbensoep gevolgd door een soort paella met vis en zeevruchten. Voortreffelijk.
Toen we de malecón del salado verlieten, beseften we dat de kans reëel is dat we hier nooit meer terugkomen en dat gaf wel een beetje een raar gevoel.
Daarna zijn we dan naar onze andere goede vrienden uit de buurt gegaan, de DVD mannen Pato en Piero. Piero was blijkbaar grotere fan van ons dan we beseften, want hij begon alles te herhalen wat wij al ooit tegen hem gezegd hadden en alle keren dat wij hem al gezien hadden en vandaag heeft hij ons al een SMS, mail en facebook bericht gestuurd…
Vandaag, maandag hebben we ons thesiswerk afgesloten. We hebben nog een boek doorgenomen in de unief dat ons door Patricia was aangeraden en daarna hebben we afscheid genomen van de unief en de mensen hier. Jaja, het begint nu echt te korten….
Morgen en overmorgen gaan we nog op uitstap naar een sloppenwijk met Patricia en Ana Solano en donderdag heel vroeg vertrekken we voor 2 weken op reis naar Quito en omstreken en de jungle.
We houden jullie hiervan op de hoogte. Claro!
Tot binnekort,

Sofia, Gina en Patrick

1 opmerking:

Thibo zei

Gina toch!
TEEE klinkt als DJEEj, oftwel G in't engels.
III is E in't engels,
De ENNN heeft hij correct verstaan en de EEE is een A in't engels e ;-)

ge hebt dus gespeld: GENA...