vrijdag 31 oktober 2008

op reis deel 4

Na een heerlijk verwendagje was het tijd voor een tweedaagse Quito, en meteen ook de laatste twee dagen van onze trip. Na een lekker (maar zeeeer stevig) ontbijtje in onze vaste stek, l’auberge inn, waren we klaar om het oude centrum van Quito te verkennen. We waren helemaal weg van de gezellige kuierstraatjes, en durven zelfs te zeggen dat we het mooier vinden dan Cuenca (gewaagde uitspraken van de niña’s!).
The old town heeft een paar pareltjes, zoals de met goud overgoten ‘mooiste kerk van Zuid-Amerika’, la Compañia de Jesus.
la Compañia de Jesus
’s Middags verwennen we onszelf met een lekker broodje en een fruitslaatje en checken nog een Mercado die toch niet zo de moeite blijkt te zijn. Dan trekken we naar de New Town (= moderner en hier vind je veel toeristen), maar we worden onderweg opgeschrikt door een regenbui, die zeer hardnekkig blijkt te zijn. We verschuilen ons dan maar een beetje in pycca’s, artisanale markten en dure souvenirwinkels en stranden uiteindelijk voor een koffie in de ‘magic bean’ (een aanrader van de Amerikanen uit de jungle). Daar doden we de tijd met het uitpluizen van reisgidsen van andere landen, u ziet het: dagtrippers van het eerste uur denken al aan de volgende trip terwijl ze nog met de huidige trip bezig zijn. ’s Avonds eten we nog voor een laatste keer Chifa, lekker en cheap chinese food, en daarna vinden we het wel tijd om onder onze heerlijke donsjes in l’Auberge inn te kruipen.
De volgende dag is ons Geena niet in topvorm, ze is een beetje ziekjes, maar zoals het een goede tripper betaamt, trekt ze toch met ons mee naar de TelefériQo. Dit is een liftje dat ons naar de top van de berg Pichincha brengt, waar we een adembenemend zicht krijgen op de uitgestrektheid van Quito. De dagtrippers van het eerste uur gingen er zelfs een beetje over deze keer, want we waren een beetje te vroeg, maar zo konden we Quito nog even spotten zonder de wolken, die na enkele minuten weer onvermijdelijk het zicht belemmerden.
Na deze grote hoogtes, dalen en klimmen we naar Café Mosaico, voor een theetje met wederom een prachtig uitzicht, dit keer wat minder hoog.
Het uitzicht vanop het balkon van Café Mosaico
Na een beetje gerelaxed te hebben, kiest onze zieke Geena voor het donsje van L’auberge inn en gaan Patje en ik Guapulo verkennen. Dit is een wijkje van Quito, met een rare mix van schattige witte huisjes, moderne blokken en arme sloppenwijkachtige dingen, een mooie kerk én uiteraard een mooi uitzicht. Na een zware klim naar boven worden ook Patje en ik verleid door het donsje van de Auberge inn en na een goed slaapje genieten we nog eens voor de laatste keer van de lekkere keuken van onze vaste stek.
De volgende dag moeten we afscheid nemen van ons donsje, Quito en het trippen, en vertrekken we in de vroege ochtend naar het busstation met een lange rit voor de boeg. Om 15u komen we terug aan in ons ouwe trouwe huisje in Guayaquil, en dat doet toch een beetje raar, want we zien hier nu alles voor de laatste keer. Die avond gaan we eten met Yha Nhy en haar ‘guy’ op de malecon del Salado. We vullen onze maagjes met heerlijke visgerechten en nemen dan afscheid van Yha Nhy, waar we toch heel veel aan hebben gehad deze 2,5 maanden. Als we thuis aankomen heeft Maria een verrassingetje op ons bed gelegd, een zalig kitscherig juwelendoosje voor elke niña. ’t Is een schatje, ons Maria, we gaan haar missen. Vandaag is dan echt onze allerlaatste Ecuadoriaanse dag. We trekken straks, zoals het echte Guayaquileña’s betaamt, nog even naar de mall en daarna is het tijd om in te pakken (én dat wordt proppen, wikken en wegen...) en afscheid te nemen van onze familie hier. Waarschijnlijk gaan er een paar traantjes vallen, maar de niñas kijken er ook heel hard naar uit om terug voet te zetten in ons Belgenlandje....

op reis deel 3




Vrijdag hebben we onszelf getrakteerd op een heerlijk ontbijtje, nadat we heerlijk geslapen hadden in ons hotel in Quito. Tegen de middag zijn we dan naar de busterminal getrokken om aan de Quilotoa-loop te beginnen. Dit is een rondreis doorheen verschillende dorpjes in de bergen, rond het kratermeer van Quilotoa. We wisten niet goed wat te verwachten, maar volgens de Lonely Planet was het een highlight en aangezien de Lonely Planet onze bijbel is, wilden we dit zeker niet missen.
Vrijdag hebben we dan de bus genomen naar Latacunga en van daaruit naar Zumbahua. Dit laatste is een klein dorpje, met maar een paar kleine hostels en een marktje op zaterdag, absoluut niet gericht op toeristen. Toen we aan het hotel aankwamen, kwam daar net een bus aan. Even vreesden we een groep Duitsers en we waren dan ook blij dat het om een groep Hollandse sfeermakers bleek te gaan. Onze kamers had zowel ramen die uitgaven op de straat, als op de kamer van de Hollandse mannen, die ons voor alle zekerheid nog even kwamen melden dat ze alles konden zien en dat we dus niet te gek moesten doen.

Het avondeten werd in een soort refter geserveerd voor alle gasten samen. We raakten aan de praat met enkele sympathieke Nederlanders. Soms was het wel even op de tanden bijten om niet te beginnen lachen als er ééntje uitgebreid begon te vertellen over het nut van intieme doekjes of als er ééntje Cuito (Kwieto) zei, in plaats van Quito (Kieto). Dit op de tanden bijten lukte trouwens niet altijd, maar die Hollanders kunnen wel tegen een stootje.
Na het avondmaal begon de reisbegeleidster haar groep, en ons dus ook, toe te spreken. De volgende dag gingen ze eerst naar de markt en daarna gingen ze een wandeling maken van aan het Quilotoa-meer tot in het dorpje Chugchilán. Deze wandeling hadden wij ook gepland, maar dan voor zondag. Toen de begeleidster dit hoorde, vertelde ze dat het onverantwoord was deze wandeling zonder gids te doen. Volgens haar zouden we minstens verloren lopen als we dit op eigen houtje zouden doen en misschien zelfs vermoord worden ofzo, want er zijn al verschillende mensen nooit teruggekeerd die aan deze wandeling begonnen waren.
We waren dus redelijk afgeschrikt en toen ze ons vroeg of we niet met hen mee wilden wandelen, zeiden we volmondig ja.
Zaterdag stonden wij als dagtrippers van het eerste uur al om 6u op de plaatselijke veemarkt. Dat was wel leuk om te zien. Mooie omgeving, een prachtig opkomende zon, geen toeristen en de plaatselijke bevolking die lama’s, schapen en varkens stond te verkopen.

Bij het ontbijt vroeg de begeleidster aan de groep of iedereen er akkoord mee was dat wij vandaag mee gingen met hen en dat was voor niemand een probleem. Na het eten zijn we nog even over de gewone markt gelopen en hebben we ons, ondanks onze mega-shop-uitspatting in Otavalo, nog maar is laten verleiden tot het kopen van een sjaal.
Daarna de bus op richting Quilotoa meer. Voor ons was het heel grappig en interessant om even deel uit te maken van een groepsreis en in de bus allerlei dingen over de streek bij te leren van de begeleidster.

Bij het Quilotoa meer had de groep de keuze of ze wilden mee wandelen of niet. Ze moesten goed beseffen dat het een pittige wandeling was en dat er geen mogelijkheid tot terugkeren was. De begeleidster had het zo zwaar doen klinken, dat er verschillende groepsleden niet meegingen en dat wij zelfs een beetje schrik kregen. De avond ervoor had ze ons zelfs gevraagd in hoeverre wij getraind waren. Gina was er zo van onder de indruk dat ze ons in haar slaap toch even meldde dat ze bij het wandelen ging hijgen….
De wandeling was erg mooi en de sfeer in de groep was ook heel leuk.

De Hollanders integreerden ons helemaal in de groep en vonden onze aanwezigheid precies ook tof. Ze verschoten er ook van dat wij na 2 maanden nog altijd zoveel te beppen hadden tegen elkaar. (Inderdaad, beppen).
Het laatste anderhalf uur van de wandeling zou aan één stuk redelijk steil omhoog zijn en was dus het zwaarste stuk. We begonnen er met goede moed aan met z’n allen en uiteindelijk viel het heel goed mee. We kwamen met de hele groep aan om 3u, perfect zoals gepland.
Aangezien wij onze vrienden niet meer kwijt wilden en zij ons ook niet, zochten we een kamer in hetzelfde hostel. Daarna hebben we met een deel van de groep genoten van een welverdiend pintje en chips en popcorn.

De begeleidster bleek in Ecuador te wonen omdat ze samen was met een Ecuadoriaan en toen we vroegen of ze getrouwd waren, antwoordde ze: “Neen, wij hokken.” Groot jolijt natuurlijk toen bleek dat de Belgen die uitdrukking voor samenwonen niet kennen.
Bij het avondeten vertelden de Nederlanders ons over alle verre reizen die ze al gemaakt hadden en verlekkerden ze ons met bestemmingen als Tibet, Peru, Cambodja, Kenia en veel meer.
De volgende morgen kregen we een heerlijk ontbijt voorgeschoteld: fruit, eieren, pannenkoeken, yoghurt, brood,…Met een goed gevulde maag namen we dus afscheid van onze vrienden. Het volgende dorpje op ons programma was Sigchós en de enige manier om daar te geraken was een ritje met de melkboer. Aangezien dit in Lonely Planet staat, waren we niet de enige toeristen met dit plan en stonden we dus lekker dicht bij elkaar. Terwijl we wachtten op de melkboer, wou een oude man het horloge van Gina kopen voor zijn vrouw. Gina heeft hen dan ook superblij gemaakt door haar prachtige, paarse Lidl-horloge als cadeau te schenken.

De rit met de melktruck was een heel leuke ervaring: we reden traag doorheen het berglandschap en stopten aan zowat elk huisje om melk uit te delen.

Tegen de middag kwamen we aan in Sigchós, maar daar was eigenlijk heel weinig te beleven. Toen we dus een bus naar Quito zagen rijden, hebben we niet getwijfeld en zijn we hierop gesprongen. Zo kwamen we rond 15u in Quito en konden we daar al even in het prachtige oude centrum rondlopen. Om de dag te besluiten hebben we dan genoten van pizza en rode wijn in de pizzeria van het hotel.
Aangezien we de Quilotoa-loop een dag sneller dan voorzien hadden gedaan, konden we nog een extra tripje plannen. De warmwaterbaden in Baños waren ons erg goed bevallen en dus besloten we de volgende dag naar de baden van Papellacta te gaan om daar te wandelen en te genieten van de luxueuze baden. Toen we aankwamen in Papellacta, bleek dat we eigenlijk maar een wandeling van een uurtje zouden kunnen doen als we op tijd terug naar Quito wilden gaan en omdat we dit niet echt de moeite vonden, hebben we er een echte luxe-verwendag in de baden van gemaakt.

We maakten even een praatje met de bewaker bij de ingang en voor wij, en hij waarschijnlijk ook, het goed beseften waren we binnen zonder te betalen. Drie keer een toegangsticketje van $7 bespaart en dus hebben we onze decadente dag afgesloten met sushi.

op reis deel 2

Na een lange nachtelijke busrit naar Lago Agrio en heel veel wachten in een plaatselijk hotel (er waren wat problemen met het agentschap), waren we helemaal klaar voor onze junglevierdaagse. We reden met een jeep naar de ingang van het Cuyabeno-reservaat, waar de rest van de groep op ons zat te wachten. Dan volgde er een tocht met de motorkano over de rio Cuyabeno naar onze lodge diep in de jungle. Met dit tochtje waren we al helemaal ondersteboven van de schoonheid van de jungle, en we hadden zelfs al een aapje kunnen spotten. Maar aapjes spotten zou geen probleem worden, want in onze lodge zat namelijk een tam aapje, Pancha genaamd. Het werd onze beste speelkameraad (tenzij als hij weer eens hardnekkig in onze haren bleef zitten en daar eens een sporadisch kakje deed).

pancha

De lodge zelf zag er heel idyllisch uit met gezellige hutjes met strooien dakjes (in de nacht waren die hutjes iets minder idyllisch want dan werden ze een aantrekpool voor vieze beesten, zoals kakkerlakken en tarantula’s).
onze jungle-hutjes
tarantula
George of the jungle was onze plaatselijke gids, en wij waren zijn 3 janes (ook in de jungle zijn ze hot and passionate). Nadat we helemaal geïnstalleerd waren in de lodge, nam ons groepje wederom plaats in de motorkano (ons groepje bestond uit: 2 goedlachse Zwitserse vriendinnen, een Oostenrijks koppel waarvan het meisje heel tof en lief was maar de man een beetje een ‘loner’ was, een Engels gezin, een Duits meisje, het Australische yogameisje Ally, en een Italiaans koppel dat jammer genoeg geen Engels sprak). Een multiculturele groep dus, maar er kwam tot onze grote spijt veel Duits aan te pas. Met die bende waren we dus op schok in de motorkano om een prachtige zonsondergang te zien in een meer in de buurt. Echt adembenemend. Zeker in combi/o met een verfrissende duik in het junglewater, waar ook wel eens piranha’s durven zwemmen (de niñas kennen geen angst!). Op de terugweg hebben we zelfs nog een paar slangen en een kaaiman van heel dichtbij gezien.
zonsondergang

kaaiman

Na een onverwacht goede nacht onder onze muskietennetjes, moesten we vroeg uit de veren voor een beetje bird-watching. Ons allerliefste aapje was ook van de partij en kwam onze Geena eigenhandig wekken door op haar hoofd te gaan zitten. ’T Is een zotje, die Pancha. Na een ritje vol mooie vogels, kregen we een lekker en stevig ontbijt en daarna gingen we op pad met onze rubberboots voor een wandeling door het Amazonewoud. George of the jungle zorgde voor interessante uitleg, en kon het niet laten om af en toe aan een liaan te slingeren (hiervoor konden de ‘Janes’ niet onderdoen, wij deden natuurlijk moedig mee). Na deze jungletocht, waarbij we soms tot onze knieën in de modder zaten en we een slangetje van dichtbij hebben gezien, was het tijd om wat te chillen in de hangmatten van de lodge, en natuurlijk wat te spelen met onze vriendin Pancha.
Die avond laadden we onze vishengels en stukjes vlees in de kano want we gingen piranha’s vissen.Tot onze grote blijdschap was onze groep nu uitgebreid met een Amerikaans koppel, dat heel sociaal was en ook wel een beetje komisch. Jammer genoeg wilden de piranha’s niet bijten, ze aten het vlees wel op maar ze waren slim genoeg om niet aan het haakje te blijven hangen. Na nog een duikje en een zonsondergangetje keerden we lodgewaarts.
De volgende dag gingen we een plaatselijk dorpje bezoeken, waar een vrouw ons toonde hoe je maniok-(of yuca)brood kan maken.
grappige amerikanen met anaconda rond de arm
Daarna zetten we koers naar de sjamaan. Dat was een beetje raar, want het leek wel of die man zijn klederdracht speciaal voor ons had aangedaan. Maar hij vervult wel nog steeds de functie van sjamaan en heeft ons geneeskrachtige planten getoond en een ritueel voorgedaan bij de Oostenrijkse Marlies.
sjamaan
Ondertussen waren we allemaal lichtjes aan het wegsmelten van de hitte, waarop onze Amerikaanse vriendin wel een oplossing wist, ze sprong gewoon met kleren en al in de rivier.
Op de terugweg maakten we kennis met een hevige regenbui (die durven wel eens opdagen in het regenwoud), maar gelukkig was het maar van korte duur. Na een beetje dutten in de hangmatten was het tijd voor het avondeten en daarna voor cuba libre op kosten van onze vriend Mel, de Amerikaan.
De volgende dag was helaas het einde van ons jungle-avontuur. Maar de niñas zouden geen dagtrippers van het eerste uur zijn als ze niet vroeg zouden opstaan voor nog wat ‘bird-watching’, en de niñas hadden geluk want ze zagen niet enkel birds maar ook een luiaard. Na het ontbijt moesten we dan echt weg uit de prachtige jungle. We namen afscheid van onze allerliefste Pancha en van George of the jungle (maar geen nood, hij heeft beloofd nog naar België te komen om met Tina Turner te trouwen). Op de terugtocht hadden de niñas weer geluk want we zagen nog een 4-tal aapjes spelen in de bomen.
wilde apen in de takken van de bomen
Daarna volgde nog een lange rit naar Lago Agrio en daarna naar Quito.

op reis deel 1

Donderdag 16 oktober vertrokken we voor een tweeweekse reis richting Quito, de uitvalsbasis voor onze vele tripjes en eindbestemming van de laatste 2 dagen! Hieronder een uitgebreid verslag van de meer dan prachtige dingen die we meegemaakt hebben…

15 oktober was de laatste dag op de universiteit en dat deed toch wel een beetje raar. Afscheid nemen van Tanya Pamela, die per se met ons op de foto wou in een pose die wij nooit eerder hadden aangenomen en mateloos grappig vonden (verbergen konden we dat niet): we moesten in een rijtje gaan staan tegen een witte muur waarbij ieder met z’n gezicht naar de rug van de persoon voor je gericht stond. Patje en ik trokken nog ostentatief aan Tanya haar armen om haar normaal te doen poseren, maar zij wilde per se de badpakken-special pose en hierbij legden we ons dan maar schaterlachend neer. De foto’s zijn uitgeroepen tot de slechtste die we hier in Ecuador getrokken hebben, gelukkig hebben we ze niet zelf getrokken.
We konden de dag helemaal in slappe-lach stijl afsluiten, want Felipe Huerta had het lumineuze idee gekregen om ons nog een laatste bezoek op de IPUR te brengen, totaal onverwacht (het is een held in overwachte bezoekjes, waar dan ook). Wij waren druk op onze pc’tjes aan ’t tokkelen toen hij binnenkwam, en deden erna ook lustig voort. We waren in tijdsnood en hadden maar weinig zin om weer een ‘vettig klapke’ aan te gaan met onze oudste Ecuadoriaanse vriend. Een paar handopleggingen verder, is hij doorgegaan. Wij bleven schaterlachend verdertokkelen.

Felipe doet een handoplegging

’s Avonds hebben we een voorlopig, maar al zo emotioneel, afscheid genomen van onze liefste Maria… Wat gaan we haar missen als het definitieve afscheid daar is!

De volgende dag was dus vertrekkensdag. Midden in de nacht opstaan, want we zouden om 4u ’s nachts een bus naar Quito hebben (de busuren stonden in de krant). Dat was, heel ecuatorianamente natuurlijk, niet zo. In de busterminal van Guayaquil dus gewacht tot 6u, toen vertrok de échte eerste bus.
We kwamen rond 2u in de namiddag in Quito aan. Eerst onze jungle-trip gaan boeken, alvorens door te reizen naar Otavalo, 2u ten noorden van Quito. Daar kwamen we, heel ecuatorianamente, 3u later aan. We hadden klapband gehad onderweg.
In Otavalo mochten we logeren in het hotel van Lieva, verre familie, en voor de gemakkelijkheid “tante Lieva” genaamd. Het hotel was het mooiste waar we al in gelogeerd hadden in Ecuador: heel gezellig, met een authentiek karakter en supervriendelijk personeel (die ons gratis thee aanboden omdat ik ‘het nichtje was van Lieva’; langs Lieva haar kant werd dus ook het verkorte verhaal verteld).

Vrijdagvoormiddag maakten we een wandeling langs een prachtig meer rond Otavalo: Mojanda. We werden vergezeld door een Duitse ingenieur die veel van de natuur kende en die kennis graag met ons wou delen, maar onze gids (de niñas hebben altijd een privégids J) was toch opeens het pad kwijt. Na een stuk door moeras te hebben gewandeld en geploeterd, besloten we om toch maar gewoon terug te keren in plaats van de wandeling af te maken. We waren al 2u onderweg en de wandeling mocht in totaal maar 3u duren… na 3u zou onze taxi ons opwachten aan het begin, en dus ook het einde, van de lus. In sneltempo wandelden we dan maar de hele weg terug. Gelukkig reed onze taxi ons na anderhalf uur tegemoet. Toch wel een erg mooie wandeling en vele leuke verhalen uitgewisseld met onze privégids!
Sofie en Armand (Duitser)

de niñas voor laguna mojanda

’s Middags hebben we dan voor het eerst tante Lieva ontmoet. Een heel spontane, gastvrije en open vrouw, al goed aangepast aan de Latijns-Amerikaanse cultuur (20 jaar geleden een Ecuadoriaan leren kennen, hier blijven plakken, 2 kinderen met elk 2 namen – een Vlaamse en Ecuadoriaanse, maar toch net als ons nog steeds geen fan van salsa/merengue/cumbia) en niet van zin ooit terug te keren naar België. We hadden een gezellige babbel en spraken af om de volgende dag samen te gaan eten.
In de namiddag zijn we naar ‘Cotacachi’ gegaan, een dorpje dichtbij Otavalo waar ze leer verkopen tegen “een derde of zelfs de helft van de prijs van in Belgie”, aldus tante Lieva. We zagen leren leggings (rrrrauw), lange leren rokken (iiieeuuww), leren motorjackets (ooh yeah), leren sjakosjen (oksellappen zoals Sofie zegt)… veeeeel lelijke dingen, en toch zullen we jullie verrassen op 3 prachtstukken waarvan jullie (binnen 2 dagen al!) hopelijk achterover vallen J
Erg blij met onze onverwacht succesvolle aankopen keerden de niñas hotelwaards en aten ze voor de voorlaatste keer chifa (lekker en zoo goedkoop Chinees eten)…

De volgende ochtend gingen de dagtrippertjes vroeg opstaan (we zijn dagtrippers van het eerste uur), maar dan bleek dat Gina dacht dat Patje de wekker had gezet, Patje dacht dat Gina de wekker had gezet en Sofie dacht dat een van ons twee zeker de wekker wel ging gezet hebben… We repten ons 2u later dan gepland, ongewassen, maar sneller dan de wind (de niñas zijn natuurlijk toppie in het bestrijden van onverwachte problemen) naar de bekendste markt van Ecuador: de souvenirsmarkt van Otavalo! Kilo’s souvenirs are coming your way, lieve trouwste blog-fans!
de markt van Otavalo
Sofie en Patje zijn verheugd met onze souvenirs

‘s Avonds op onze hotelkamer beleefden we nog een topmoment met het uitstallen van al onze aankopen op 1 bed. Het volgende topmoment volgde het eerste snel op, want vervolgens trokken we al het aantrekbare aan over elkaar.
In de vroege avond zijn we met een warm theetje, een lekker stukje cake, onze warme gewoven sloefkes en 3 warme truien in de tv-ruimte van het hotel ‘La vita e bella’ gaan zien. ’s Avonds kwam tante Lieva ons daar wegplukken om ons te trakteren op een restaurantbezoek! Tante Lieva had erg interessante dingen te vertellen over de Ecuadoriaanse cultuur. Het werd supergezellig met 4 vrouwen ondereen, we hebben de hele avond getetterd.

De volgende dag vertrokken we naar ‘Mitad del Mundo’: een monument pal op de evenaar! Er waren 2 openluchtmuseums. Het eerste een beetje saai, maar er dansten wel hele grappige mevrouwen op de evenaar.
de niñas met fans op de evenaar
sexy dansjes in sexy pakjes op de evenaar!

Het tweede was wel tof, wannabe-wetenschappelijk, maar wel met proefjes. Zo was er een proef met een mobiel toilet dat een keer werd doorgespoeld op het noordelijk halfrond, een keer op het zuidelijk halfrond en een keer pal op de evenaar. In het noorden en het zuiden draait het water in een andere richting weg en op de evenaar stroomt het gewoon recht naar beneden! Wel cool om te zien. Andere proeven trokken de niñas toch wel lichtelijk in twijfel. Al bij al was het een leuke ervaring, je krijgt niet elke dag de kans om op de evenaar te wandelen (jaja, op de lijn itself he).
Patje heeft een geslaagde proef achter de rug: "een eitje rechtopzetten op de evenaar"
de niñas hadden hun bedenkingen bij deze proef: "het is moeilijker om recht te lopen op de evenaar"

Na een busreis vol vieze oude flirterige mannen (vooral Patje was het slachtoffer) richting Quito en een uitgeregende taxirit en korte wandeling in Quito, lieten we onszelf opdrogen en verwennen in de sushi-bar. Hier had ik lang naar uitgekeken en m’n verwachtingen waren dus hooggespannen, maar er werd volledig aan beantwoord: HEEEEEEEERLIJK. We voelden ons zoals de vrouwen in sex & the city. De niñas zijn verkocht, dus mama’s verhoog ons zakgeld maar, of plan eens een sushi-diner met je dochters eens die terug in België zijn?

maandag 13 oktober 2008

Riobamba

Onverwacht konden we dan toch nog een tripje maken naar Riobamba, waarvoor we eigenlijk de hoop al hadden opgegeven.
Vrijdag wilden we de Nariz del Diablo doen, een populaire toeristische treinrit en zaterdag planden we de Chimboradzo, de hoogste berg van Ecuador.
Omdat de trein vrijdag om 7u in Riobamba vertrekt, moesten we de bus al om 1u nemen in Guayaquil. Niet geslapen dus, maar daar kunnen wij niñas wel tegen. Toen we een ticketje voor de bus kochten, vroeg de man onze naam. “Tine” zei Gina, “ TEEE – IIII- ENN-EEE”. “Ahja”, zei de man, maar hij liet zich niet om de tuin leiden en schreef correct Gina op.
Deze keer hadden we wel een erg veilige bus: iedereen werd gefouilleerd voor het instappen, er stond geen luide, traditionale muziek op en we zijn niet gestopt om mensen bij in de bus te stompen. Zo konden we dus toch nog even wat rusten.
Om halfzeven kwamen we dan aan in het treinstation van Riobamba, net op tijd om een ticketje te kopen, een kussen te huren en een goed plekje op het dak van de trein te bemachtigen.

Tegen 7u vertrok de trein. Vanop het dak en met een ontbijt van warme oploskoffie en oreos genoten we van het prachtige landschap,de wuivende mensen en de dieren.

Het was ook grappig om te zien dat de trein bomvol toeristen zat, die allemaal dezelfde sjaals, handschoenen en mutsen droegen.

Na de nodige stops kwamen we in Alausí, waar er nog een hele horde toeristen de trein opkwam. Voorbij Alausí begon namelijk de eigenlijke Nariz del Diablo (neus van de deuvel). De trein daalt dan zigzaggend de berg af. Niet echt huiveringwekkend, zoals mijn reisgids zei, maar wel zeker de moeite.
Tegen 15u kwamen we dan terug in Alausí, waar we ons opgewarmd hebben aan warme soep en wat souvenirs gekocht. Dan de bus terug naar Riobamba, waar we tegen 18u aankwamen.
Nadat we een hotel gevonden hadden en onze rugzakken daar afgezet hadden, hebben we onszelf dan getrakteerd op een Mexicaans dineetje. Tegen 22u wilden we gaan slapen, om de volgende dag op tijd op te staan om naar de Chimboradzo te trekken. We vroegen aan de man bij de receptie in het hotel of hij een reisbureau wist, waar we de volgende dag naartoe konden om dit te regelen. Bij toeval zat bij de man van het hotel een vriend, Joel, die zulke uitstapjes regelde. We hebben dan met hem afgesproken om de volgende dag om 7u te vertrekken, want ‘s morgens vroeg heb je het minste kans op bewolking.
Joel had gelijk! De volgende ochtend zagen we de Chimboradzo in al zijn glorie.

We reden met hem naar de eerste refugio, op 4800 meter hoogte. Onderweg konden we zo vaak we wilden stoppen om foto’s te trekken.

Na een warme coca-thee begonnen we dan aan de wandeling naar de tweede refugio, op 5000m.

Onderweg nam Joel de tijd om leuke foto’s van ons te trekken. Echt een topper die Joel.

Na een 40 tal minuten, terwijl de lonely planet het een wandeling van 50 minuten noemde en zonder al te veel last van de hoogte, bereikten we de kaap van 5000 meter.

Dan pas merkte Joel op dat we geen bergbotinnen of iets dergelijks droegen, maar doodgewoon “socks in the sandies”. “Poco loco” noemde Joel ons, maar hij stak wel het haardvuur aan om onze bevroren voetjes wat te ontdooien.

Na een beetje opgewarmd te zijn, begonnen we aan de afdaling. Ondertussen was het redelijk hard aan het sneeuwen. Afdalen in sneeuw op tevas is niet voor de hand liggend. Eerst begonnen we er erg traag aan, maar Joel zei, beter elkaar vasthouden en lopen en ondertussen elkaar rechthouden. Half lopend en half vallend zijn we dan in recordtempo naar de auto gegleden.

Zaterdag was ook marktdag in Riobamba. Joel heeft ons dus afgezet op een markt, waar veel indigenas komen.

Daar hebben we wat rondgegeken en asado met llapingacho gegeten, ons favoriete kostje uit de Sierra.

Daarna begon het opeens redelijk hard te regenen, waardoor we besloten de bus naar Guayaquil te nemen. Onderweg naar de terminal kwamen we Joel tegen, die ons een lift naar de bus gaf, waardoor we op het nippertje de bus haalden van twee uur en zo uiteindelijk tegen halfacht aan ons huisje in Guayaquil kwamen.
We zijn supertevreden dat we dit weekend alsnog hebben kunnen meemaken, want het was (alweer) een topper.
Om de dag helemaal geslaagd te maken zijn we dan nog pizza gaan eten bij Pablito, ons favoriete restaurant uit de buurt en ook 1 van onze beste vrienden hier.
Zondag hadden we onze allerlaatste observeerdag. Redelijk saai, maarja, de laatste loodjes wegen het zwaarst zeker.
’s Avonds hebben we dan wel heerlijk gegeten: een menu van krabbensoep gevolgd door een soort paella met vis en zeevruchten. Voortreffelijk.
Toen we de malecón del salado verlieten, beseften we dat de kans reëel is dat we hier nooit meer terugkomen en dat gaf wel een beetje een raar gevoel.
Daarna zijn we dan naar onze andere goede vrienden uit de buurt gegaan, de DVD mannen Pato en Piero. Piero was blijkbaar grotere fan van ons dan we beseften, want hij begon alles te herhalen wat wij al ooit tegen hem gezegd hadden en alle keren dat wij hem al gezien hadden en vandaag heeft hij ons al een SMS, mail en facebook bericht gestuurd…
Vandaag, maandag hebben we ons thesiswerk afgesloten. We hebben nog een boek doorgenomen in de unief dat ons door Patricia was aangeraden en daarna hebben we afscheid genomen van de unief en de mensen hier. Jaja, het begint nu echt te korten….
Morgen en overmorgen gaan we nog op uitstap naar een sloppenwijk met Patricia en Ana Solano en donderdag heel vroeg vertrekken we voor 2 weken op reis naar Quito en omstreken en de jungle.
We houden jullie hiervan op de hoogte. Claro!
Tot binnekort,

Sofia, Gina en Patrick

Onze laatste werkweek!

Maandag 6 oktober. Na een uitputtend observatieweekend waren we toe aan een rustdag. We sliepen (een beetje) uit en dachten in de voormiddag nog dat we een tof dagje gingen beleven. Spijtig genoeg dachten onze Ecuadoriaanse vrienden daar anders over en vonden die het leuker om ons lekker tegen te werken vandaag!
Op DASE werden we nooit harder genegeerd als vandaag. Uren wachten (de niñas hadden ondertussen al een vaste wacht-stek in DASE) om uiteindelijk pdf-plannen te krijgen waarvan de baas van DASE (!) dacht dat het autocad-plannen waren… Zucht.
Op de municipio kregen de niñas bovendien met een Felipe te kampen die we nog nooit zo bronstig hadden gezien (en we hoeven niet te vertellen dat we Felipe al in exuberant bronstige toestanden hebben meegemaakt). Ons breekmomentje (lees: schaterlach-punt) was toen Felipe ons voorstelde om Gino Mehra, een van de belangrijkste mannen op de municipio, een knuffel te geven; terwijl Gino himself erbij stond. Het voorstel werd gevolgd door een pijnlijke stilte waarbij Gino ons lachend en vooral ontvankelijk aanstaarde! De niñas zetten het op een lopen! :)
Ons geduld (dat toch al behoorlijk getraind was) werd nooit harder op de proef gesteld als toen, daarom hebben we onszelf later in de namiddag verwend op een ‘Sweet&Coffee’-momentje (de plaatselijke Starbucks). ’s Avonds hebben we een goeie Belgische film gekeken (any way the wind blows) om onzelf terug op te laden. Chevere (‘supertof’ in het Guayaquileens)! Dit deed deugd!

Dinsdag was alweer een observatiedag. Bweirk, we begonnen het stilaan beu te worden en 3 observatiedagen in 4 dagen… een hoog tempo, dat kan nu toch niemand ontkennen!
Toch hebben we jullie weeral een pikant detail te bieden: we waren in de namiddag rustig door de straten van het centrum van Guayaquil aan het slenteren, toen plotseling ons fototoestel uit mijn hand werd getrokken. Ik schreeuwde de hele buurt bijeen en dat is waarschijnlijk ook ons geluk geweest, want dit was het gevolg: de dief rende snel weg maar een passant hoorde mijn gegil en deed pootjelap bij de dief, deze viel vervolgens op de grond, liet de camera vallen, de passant greep de camera, de dief zette zich weer recht en rende weg, verdere passanten in de straat hielden hem weer tegen, er kwam een patrouille van de politie voorbij, de dief werd gearresteerd! Precies zoals in de film! We hebben toen erg veel geluk gehad beseffen we. Alle mensen in de straat hielpen ons om de dief te vangen (we werden omringd door 100 Guayaquilenen!) en we hadden ons fototoestel in perfecte staat terug. Eind goed al goed dus, en we kwamen er weeral eens met de schrik vanaf…

Woensdag hadden we ons laatste interview en misschien wel ons beste! Tof om mee te eindigen.
Het was bovendien een superhete dag, dus in de namiddag zijn we gaan zwemmen in ‘La Playita’ (een strandje aan de rand van de stad waar je kan zwemmen in een ‘estero’ = een ‘zee-arm’ in de stad). We hadden daar veel bekijks want daar komen normaal nooit toeristen. Wij waren ook de enigsten die daar met hun handdoekske op het strand lagen. (Das hier geen gewoonte blijkbaar…)
’s Avonds zijn we niet te laat naar huis gegaan, want onze liefste Maria had pasta met prei en gehakt gemaakt! Ons favoriete Belgische recept (uit de Notre Dame) dat zij verfijnd heeft :) Zooo lekker!

Donderdag was het 9 oktober en Guayaquileense feestdag! We hadden onszelf opgelegd om die dag ook te observeren, maar werden dat al snel beu, beseften dat we die miserie alleen maar onself aandeden en dus hebben we gewoon wat feestjes, dansjes en muziekgespeel meegepikt op al de Malecons.


marionettekes op de 9 de octubre

Ondertussen hebben we ook wat foto’s getrokken en wat ‘naar het volk gekeken’ om toch iets van observatiemateriaal te hebben. (Het is wel Claro que Si dat ge op de juiste momenten naar het volk moet kijken en niet, zoals Patje, op het verkeerde moment, waardoor ge de prachtigste looping in de vliegshow boven de Malecon2000 mist :p)



speciaal voor patje

2 weken geleden...

Tis alweer van eind september geleden dat we nog eens iets van ons hebben laten horen, dus tijd voor een serieuze update.
We beginnen 2 weken geleden, ergens rond de 30ste september.
Deze week heeft ons patje vooral veel witte doktersjassen gezien, en nog wat prikjes in de poep moeten trotseren. De wonden op haar been zagen er niet zo goed, maar we kunnen u de goede afloop al verklappen: het is allemaal in orde gekomen.

Dinsdag hadden we een observatiedag op het menu (en het was niet de laatste!). Patje trok naar haar vaste date met de dokter op de unief en Gina en ik gingen de Malecon del Salado aan een diepgaand onderzoek onderwerpen (zijnde: veel wandelen, dingen in ons schriftje schrijven en foto's trekken).
Terwijl wij zo naarstig aan het observeren waren had ons Patje nog een afspraak, dit keer een geheime meeting. Omdat de mensen van de municipality ons enkel plannen in pdf wilden geven (waar we dus niet zo veel mee kunnen doen), moesten we andere hulpmiddelen inroepen om de plannen in autocad te kunnen krijgen. Gelukkig had Yha Nhy een vriend op de municipality, Giovanni genaamd, die ons in 't geniep al deze plannen wilde doorspelen.
Op de Malecon del Salado was het observatieduo ondertussen getuige van een krabfestijn in de estero. De bewoners van de arme wijken daar sprongen in het vuile water om krabben te vangen, die ze dan op het land gooiden. Er stond een hele troep kinderen rond die lustig met de krabben aan het spelen waren, koerske enzo. Eén van de kindjes stond verdwaasd met een krab in elke hand in zijn haar te krabben. Een komisch tafereeltje.
Patje, Yha Nhy en de geheime Giovanni waren ondertussen volop bezig met de transactie maar tegen de avond werden Gina en ik toch wat ongerust. We hadden nog niks van hen gehoord en het werd al donker, en uiteraard waren we juist vandaag de gsm vergeten. We schieten lichtjes in paniek, en besluiten na lang wachten en via veel omwegen vanuit een telefooncel naar Yha Nhy te bellen. Er blijkt niks aan de hand te zijn, het kopiëren duurt gewoon enorm lang. Niet veel later zijn we terug herenigd en worden we thuis getrakteerd op heerlijke broccolisoep en pan de yuca door onze schat van een Maria.

Woensdag zit ons Patje uiteraard weer even bij de dokter. Daarna splitsen we weer op, deze keer zonder paniekaanvallen. Patje en Gina hebben een date met Jenny Dasa van DASE, die geen Engels blijkt te praten en nogal rare trekjes vertoont. Maar de niñas kunnen alles aan, zeker rare Jenny's trotseren, hoewel: digitale info van haar krijgen zal nog een werk van lange adem worden.
Ondertussen was ik even alleen op pad om foto's te gaan trekken vanuit een hoge building naast de malecon. Ik word er overvloedig begroet en mag uitgebreid foto's nemen vanuit een appartement op de 14de verdieping.
Wanneer de niñas terug herenigd zijn trekken we met zijn allen naar Patricia Sanchez, een architecte die ons altijd heel goed verder helpt.

Donderdag krijgt Patje slecht nieuws van de dokter, de wonde ziet er niet goed uit en moet open gemaakt worden. Een pijnlijke zaak, maar zoals altijd houdt Patje zich heel flink en met nieuwe medicijnen moet het nu echt in orde komen.
Later op de dag hebben we het slechtst voorbereide interview ooit. We weten niet wie hij is (één of andere socioloog), we weten niet wat we hem willen vragen, en we verstaan geen woord van wat hij zegt. Maar we worden voor ettelijke tijd met hem in een kamer geduwd, dus we nemen dan maar noodgedwongen een interview af, meer uit beleefdheid dan omdat het nuttig zou zijn.
Daarna brengen we nog eens een vruchteloos bezoekje aan DASE.
Maar de dag wordt feestelijk afgesloten met cangrejo! (=krab) De papa is 24 (levende!) krabben gaan kopen, die vrolijk over het aanrecht en uit de wasbak klauteren. Ze worden levend in de pot gestoken, en daarna worden de arme beestjes door ons verorberd. En we moeten er eerlijk in zijn: het was heel lekker, maar wel veel zwoegen met dat hamertje.




onze papa met zijn cangrejootjes




ñammie!

Vrijdag staan we om 8u 's morgens al paraat bij een bakker op Cerro Santa Ana. We hebben een afspraak met Octavia Villacrezez, de enige linkse politicus in de municipality. (Later hebben we ontdekt dat hij zich kandidaat zal stellen voor de burgemeesterverkiezingen van februari.) Echt een aangename mens, die ons een nieuw perspectief kan bieden en dit ook in verstaanbaar Spaans kan verwoorden. Daarna passeren we nogmaals langs de dokter, die deze keer gelukkig beter nieuws heeft. Om 14u hebben we nog een date, deze keer met Gino Mehra, het hoofd van het planningsbureau van de municipality. Ook dit wordt een nuttig interview waarbij we interessante kaarten weten te ontfutselen.
Die avond hebben we een mysterieuze afspraak met de antropoloog Xavier Andrade. Hij nodigt ons uit op een bbq met vrienden, we vinden het allemaal wat raar maar we moeten hem interviewen dus stemmen we toe. Bij Xavier thuis doen we het interview, gelukkig is Tom er terug bij om een beetje te vertalen. Daarna gaan we naar de bbq. Dit blijkt een onderonsje met Xavier en 2 andere mannen te zijn, van ongeveer 45 jaar. Rare bedoening dus. Na lang lang wachten, veel honger lijden en moeizame gesprekken, krijgen we aangebrande worstjes voorgeschoteld en lekkere pasta. Eén van de vrienden blijkt nederlands te kunnen, wat nog wel grappig is, en ook een beetje lastig want we hebben de slechte gewoonte ontwikkeld om alles in het Nederlands te bespreken waar de mensen bijstaan, maar dat kon nu dus niet. We besluiten na het eten maar snel te verdwijnen, want de ambiance is toch wel ver te zoeken (wat verwacht je ook met zo'n bizarre bende bij elkaar). We doen nog snel de afwas en maken ons dan rap uit de voeten.

Het weekend heeft helaas geen tripjes voor ons in petto, maar observaties. Iets minder leuk, maar het moet gebeuren...